‘Jongen, je bent wereldkampioen, je won de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, maar één prijs ontbreekt nog,’ zegt Adrie. Mathieu knikt bedremmeld, hij weet het. Deze bokaal moet erbij, dan pas is zijn wielerleven écht geslaagd. Hij heeft het er al zo vaak met zijn vader over gehad: Hoevelaken móet aan zijn palmares worden toegevoegd. Daarom staat 22 juni 2024 dik omcirkeld in zijn agenda. Hij wil de regenboogtrui van de wereldkampioen tonen in grote wedstrijden, ook in Hoevelaken. Vorig jaar nog werd bij de voetbalclub de regenboogvlag van zijn stok gerukt, alleen daarom al.

Geen tienermeisjes

Niets laat hij aan het toeval over. De nacht voor de ronde slaapt hij in De Klepperman, op voorwaarde dat die nacht geen enkel tienermeisje toegang heeft tot het hotel. Ook heeft hij het parcours al verkend. De coureurs gaan niet meer over de Westerdorpsstraat omdat daar verraderlijke colletjes zijn verrezen. Te gevaarlijk voor de tourwagen die er met zijn snelheid op gelanceerd zou worden.

Tubeless banden

Op de Stoutenburgerlaan en de Frans Tromplaan zal hij meefietsen met het peloton, maar op de kasseien van de Oosterdorpsstraat moet het gebeuren. Hij kiest weer voor zijn aerodynamische fiets met tubeless banden. Een luchtdruk van 3 bar moet voorkomen dat hij lek rijdt. Zijn fiets in Hoevelaken is alleen maar gericht op snelheid. Zijn frame is stijf. Zo stijf dat een recreant grote moeite zou hebben om met deze fiets over de Oosterdorpsstraat te dokkeren. Zijn nieren zouden door het geschud aan het wandelen slaan.

Dansende fiets

Met zijn vader Adrie heeft hij besproken hoe hij dit deel van het loodzware parcours gaat rijden. Waarschijnlijk kiest hij voor hoge velgen van 60 millimeter. Die sturen weliswaar moeilijk in scherpe bochten en met zijwind, maar zijn wel snel. Zijn demping haalt hij uit wat zachtere banden en een stuurlint dat met kurk dikker is gemaakt. Handschoenen draagt hij niet. Zeker op de kasseien van de Oosterdorpsstraat moet hij zijn ‘dansende fiets’ voelen zoals een tennisser zijn racket moet voelen om goed te kunnen slaan. Hij doet ook niet mee aan al die moderne fratsen van zijn collega’s die met één kettingblad rijden in plaats van twee. Hij rijdt dus gewoon met twee bladen voor – met 54 en 40 tandjes – en een voorderailleur. Op de achteras monteert hij een cassette van twaalf ‘kransjes’. Dus 24 versnellingen in totaal. En dan maar hopen dat de ketting op de kasseistrook langs de Schimmelpennick van der Oye niet ontspoort.

Goede benen

Mathieu hoopt op goede benen in Hoevelaken. Stel je voor, daar staan, bij het Van Aalstplein, met zijn fiets in de lucht om de overwinning te vieren. De Ronde van Vlaanderen winnen, Parijs-Roubaix winnen én de Ronde van Hoevelaken winnen. Wat een seizoen zou dat zijn. Hij droomt er nu al van.

Ben de Graaf schreef dit blog speciaal voor de Wielerronde van Hoevelaken. Meer verhalen van hem lezen? Bestel dan zijn boek Navelknagertje, lees meer blogs op zijn website of meld je aan als vaste lezer.